Indicaties voor LVG-zorgprofielen zijn bedoeld voor integrale, multidisciplinaire behandeling met verblijf in de instelling die de behandeling voor gedragsproblemen biedt die past bij het geïndiceerde zorgprofiel.
Is voortzetting van integrale behandeling voor gedragsproblemen in de verblijfssetting niet meer nodig? Dan moet de cliënt de LVG-instelling verlaten en zo nodig een herindicatie aanvragen. Bijvoorbeeld Wlz-zorg in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, Wlz-zorg thuis of (als de cliënt geen Wlz-indicatie meer heeft) ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) in een zelfstandige woning al dan niet met behandeling vanuit de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling of beschermd wonen.
Integrale behandeling voor gedragsproblemen gecombineerd met verblijf of wonen met behandeling is een essentieel onderdeel van het LVG-zorgprofiel. Als verblijf niet nodig is, is een LVG-zorgprofiel dan ook niet aan de orde. Behandeling kan dan betaald worden vanuit de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling (indien aan de voorwaarden wordt voldaan). Hiernaast kan sprake zijn van ondersteuning op grond van de Wmo.
Integrale behandeling voor gedragsproblemen in verblijfssetting wordt vaak geleverd in één van de orthopedagogische behandelcentra, maar dit is niet altijd zo. Het zorgkantoor kan ook in andere instellingen integrale behandelzorg inkopen die past bij het LVG-zorgprofiel. Het kan gaan om open en gesloten instellingen.
Het zorgkantoor zette het LVG-zorgprofiel voorheen om naar een zorgprofiel dat paste bij de daadwerkelijk geleverde zorg en/of verblijf. Soms werd dan ook via een PGB versterkt om de zorg in te kopen. Sinds 1 januari 2019 kan dat niet meer omdat zorgkantoren hun voorschrift zorgtoewijzing in lijn hebben gebracht met het beleid en de wet- en regelgeving.
2. Overgangsregeling
Zorgprofielen LVG 1 en 2 worden nu soms in de vorm van een pgb verzilverd. Dit is niet de bedoeling omdat de behandeling nooit vanuit een pgb kan worden gefinancierd. Deze zorgprofielen worden daarom toegevoegd aan de lijst met zorgprofielen waarvoor geen pgb mag worden verstrekt.
Cliënten met een LVG-zorgprofiel die nu een pgb hebben, kunnen dat houden tot hun huidige indicatiebesluit is verlopen.
4. Geen overplaatsing naar andere Wlz-zorg
Is de behandeling afgerond maar heeft de cliënt nog wel zorg nodig? Dan moet een herindicatie worden aangevraagd bij het CIZ als het de verwachting is dat de cliënt toegang krijgt tot de Wlz. Overplaatsing naar een andere Wlz-instelling kan niet met de LVG-indicatie, want daar moet de cliënt de juiste (VG-)indicatie hebben.
Na afloop van de behandeling kunnen de volgende situaties ontstaan:
Het CIZ wijst medewerkers uiterlijk in augustus 2019 op de mogelijkheid om de indicatie langer – maximaal drie maanden – door te laten lopen.
Als de indicatie afloopt terwijl de integrale behandeling voor gedragsproblemen in de verblijfssetting nog niet klaar is, kan een nieuwe LVG-indicatie worden aangevraagd bij het CIZ.